Steeds meer dorpen zonder winkel, maar 'dat is niet het einde'
Geen supermarkt, geen slager, geen bakker, geen kapper, geen buurtwinkel, niets; het aantal woonplaatsen in Nederland zonder winkel groeit nog steeds. Volgens marktonderzoeker Locatus hebben momenteel 631 van de 2463 woonplaatsen (volgens de oude postcode-definitie) geen winkel. In 2012 waren dat er 600.
Woonkernen waar onlangs de laatste winkel zijn deuren sloot, zijn plaatsen als Midlaren (provincie Drenthe), Ee (Friesland), Sauwerd (Groningen), Graauw (Zeeland) en Middelaar (Limburg).
"Het gevoel bestaat dat het vertrek van de winkel het einde is van het dorp", zegt socioloog Lotte Vermeij van het Sociaal en Cultureel Planbureau. "Maar in de praktijk valt het mee. Het gebrek aan winkels blijkt niet mee te spelen bij de beslissing om in een dorp te gaan wonen. En mensen vinden nieuwe plekken om elkaar te ontmoeten. "
Dorpshuis
Zo ook in Middelaar. "We hadden tot september vorig jaar een winkel in ons gemeenschapshuis", zegt Sjaak Hendriks, voorzitter van de dorpsraad in Middelaar. "Maar ja, het ging toen om 10, 15 klanten. Dat gaat economisch natuurlijk geen succes worden. De winstmarges op levensmiddelen zijn daarvoor gewoon niet hoog genoeg."
Nu hebben inwoners nog slechts de mogelijkheid om in het dorpshuis een bestelling te doen. Hendriks: "Het 'winkeltje' is open van 10 tot 12 uur. Een dag later kunnen daar de boodschappen ook worden opgehaald, afgeleverd door een Plus-ondernemer uit een dorp verderop."
Hoe weinig klanten ook, drie om precies te zijn, probeert de dorpsraad vast te houden aan deze service. "Oudere mensen hebben er behoefte aan om de deur uit te gaan. Hier kunnen ze ook de krant lezen, een kopje koffie drinken, met elkaar kletsen. Anders bestaat het gevaar dat ze zich terugtrekken in hun eigen huisje."
Volgens hem is het een kwestie van anders gaan denken: "We moeten gebruik maken van de nieuwe omstandigheden. Niet kijken naar wat er niet meer is, maar kijken wat we kunnen doen om in zo'n kern als Middelaar goed te kunnen leven."